Bentsen - Quayle

“Senator, you are no Jack Kennedy“. De zin waarmee Lloyd Bentsen in 1988 Dan Quayle in de hoek zette, geldt als één van de sterkste oneliners uit de geschiedenis van de Amerikaanse (vice-)presidentiële debatten. Maar zoals zoveel goede oneliners, was ook deze zin niet op het podium bedacht, maar minutieus voorbereid. Het had overigens niet eens veel gescheeld of de zin was nooit uitgesproken. Als het aan Bentsen had gelegen, was het hele debat niet doorgegaan. En Bentsen was aanvankelijk ook niet overtuigd van deze oneliner. Aan zowel het bedenken van deze oneliner als aan het overtuigen van Bentsen dat hij deze moest gebruiken, ging een intensieve periode vooraf. Een reconstructie van de voorbereiding, hét moment-suprême en het effect van deze ene onliner, die het imago van twee personen definitief zou veranderen…

Achtergrond

In 1988 was Ronald Reagan twee periodes president geweest en daarom niet meer herkiesbaar. Republikeins kandidaat werd Reagans vicepresident George H.W. Bush. Als kandidaat voor zijn vicepresident koos Bush voor de jonge en relatief onbekende senator Dan Quayle. Quayle begon enthousiast aan zijn campagne, maar al snel ontstond er twijfel of hij wel geschikt zou zijn als vicepresident. Quayle had nog nauwelijks politieke ervaring en stond herhaaldelijk te stamelen als hij een grote toespraak hield. In de decennia ervoor was het enkele malen voorgekomen dat een vicepresident president werd omdat de zittende president uitviel. Wat als dit met Quayle zou gebeuren?

Het werd nog erger toen de Democratische presidentskandidaat Michael Dukakis met de zeer ervaren senator Lloyd Bentsen als running-mate kwam. Dukakis maakte van het verschil in ervaring tussen de twee running-mates een thema in de verkiezingen:

”Nobody ever asked any questions about whether or not Lloyd Bentsen would be qualified to be President of the United States.”

Bentsen stond bekend als degelijk, maar ook als stijf en zwijgzaam. Twaalf jaar eerder had hij al eens vergeefs meegedaan voor de nominatie voor presidentskandidaat, maar hij was kansloos. Hij werd in de media wel vergeleken met spiegelglas: je weet dat het bestaat maar je kunt het nooit zien.

Zenuwen

Zoals gebruikelijk in de Verenigde Staten vindt er bij presidentsverkiezingen één debat plaats tussen de  kandidaat-vicepresidenten. Doorgaans levert dit debat weinig vuurwerk op.

Maar Bentsen maakte zich in de weken voorafgaand aan het debat grote zorgen. Hij was er zich bewust van dat zijn tegenstander het veel beter voor de camera zou doen met zijn jeugdige uitstraling, fotogenieke uiterlijk en grappige spitsvondigheden. Bentsen werd zelfs zo nerveus en onzeker dat hij zijn medewerkers smeekte om het debat af te zeggen. Maar afzeggen kon natuurlijk niet. Er zat niets anders op voor Bentsen om zich minutieus voor te bereiden op het televisiedebat.

Het gaat om 90 seconden

Het debat tussen twee kandidaat-vicepresidenten zou 90 minuten duren. “Maar in een debat van 90 minuten gaat het om dat ene moment”, vertelde Susan Estrich, campagnemanager van Michael Dukakis, later. “Het grootste deel van een verkiezingsdebat is standaard. Je krijgt de standaard inleidende speeches van de kandidaten en de standaard antwoorden op standaard vragen. Inhoud die iedereen al honderden keren gehoord heeft. Maar beide teams proberen die 90-seconden die honderden keren herhaald gaan worden vooraf te scripten, door dé stunt te bedenken die beslissend zal zijn voor de avond en voor de campagne.”

Studie van Quayle

Wekenlang hadden de medewerkers van Dukakis en Bentsen Republikeinse campagnebijeenkomsten bezocht en daar opnames gemaakt van de speeches van Quayle. Van speeches die ze niet konden bijwonen waren beelden opgevraagd bij lokale televisiestations. Het jonge Congreslid Dennis Eckhart, bestudeerde eindeloos de videobeelden en teksten van Quayle. En ineens viel het hem op.

Quayle kreeg bij elke campagnebijeenkomst vragen over zijn jonge leeftijd en onervarenheid. Nadat op een campagnebijeenkomst ergens in één van de Dakotas de vraag weer gesteld was, deed Quayle zijn linkerhand in zijn jaszak en veegde met zijn rechterhand zijn haar naar achteren. “Het gebaar deed mij denken aan Jack en Bobby Kennedy”, zei Eckart later. Vermoedelijk was het een ingestudeerde imitatie. En vervolgens antwoordde Quayle dat er veel overeenkomsten waren in het CV van John F. Kennedy en dat van hemzelf. Beiden waren ze begin ’40 toe ze opgingen voor een functie in het Witte Huis en beiden hadden ze een paar jaar ervaring in het Congres.

Voorbereiding van Bentsen

Op een briefje schreef Eckhart de later beroemde aantekening: “This sob thinks he is JFK!” Het viel de medewerkers van Bentsen op dat Quayle de vergelijking met Kennedy steeds vaker ging gebruiken op momenten dat hem gevraagd werd naar zijn gebrek aan ervaring. Zelfs zo vaak, dat men er rekening mee hield dat Quayle dit wellicht ook zou doen in het televisiedebat. Het team bedacht dat de Kennedy-vergelijking een kans bood om Quayle aan te vallen.

In de dagen voor het debat tussen de kandidaat-vicepresidenten werd er door het team van Bentsen hard geoefend. In de oefendebatten speelde Dennis Eckhart Dan Quayle. Toen Eckhart in deze rol voor de eerste keer in een oefendebat de vergelijking met Kennedy maakte, reageerde Bentsen aanvankelijk vol ongeloof.  “Vergelijkt Quayle zichzelf echt met Kennedy?”, vroeg een verbijsterde Bentsen.

Maar in de oefendebatten wilde Bensten inhoudelijk niet ingaan op de vergelijking. Sowieso maakten zijn medewerkers zich zorgen om de passieve houding van Bentsen in de oefendebatten. Ze haalden daarom Bob Shrum bij het team. Shrum was al lange tijd speechschrijver van Edward Kennedy, broer van John F. Kennedy. Aanvankelijk had Shrum aan Edward Kennedy gevraagd om in het openbaar de vergelijking van Quayle onzin te noemen. Maar Edward Kennedy vond dat het beter was dat Bentsen dat zelf zou doen tijdens het debat.

Droomantwoord

Na een lang gesprek met Shrum over de uitspraken van Quayle, zei Bentsen emotioneel en boos dat hij Kennedy had gekend, dat ze samen in het Congres hadden gezeten, dat ze vrienden waren geweest en dat Bensten Kennedy had vereerd. “Quayle kan zich op geen enkele manier vergelijken met John F. Kennedy”.

De stafmedewerkers waren het snel eens dat dit het antwoord zou moeten zijn, als Quayle zichzelf in het televisiedebat zou vergelijken met Kennedy. Bensten zou deze woorden met net zoveel kracht en emotie moeten uitspreken als tegen Shrum, en daarbij Quayle recht aankijken om het gewicht van het moment te benadrukken. Dit zou het 90-seconden moment worden waar iedereen het later over zou hebben. Bentsen bleef nog aarzelen: hij vond het opportunistisch om over de rug van een vermoorde president te willen scoren. Maar uiteindelijk stemde hij toch in.

Het debat

Vooraf waren de verwachtingen bij de pers en het publiek laag. De New York Times schreef in een voorbeschouwing dat Bentsen geen boeiende spreker is en dat het onwaarschijnlijk was dat hij het in dit debat zou worden. “Hij weet zelden het publiek emotioneel te raken”.  Newsweek schreef dat Bentsen waarschijnlijk weer saai en hooghartig zou zijn. “Het wordt vanavond geen stand-up comedy”.

Tijdens het debat zaten de medewerkers van Bentsen gespannen te kijken. Zou Quayle weer de vergelijking met Kennedy maken? En zou Bentsen de geoefende oneliner inderdaad uitspreken?

Aanvankelijk verliep het debat zoals iedereen in de voorbeschouwing had verwacht. Bentsen sprak kleurloos en het leek erop dat Quayle de vergelijking met Kennedy zorgvuldig probeerde te vermijden. Maar misschien wel daardoor bleven zijn antwoorden op vragen naar zijn ervaring vlak en nietszeggend. Wat Quayle als eerste zou doen als president Bush zou uitvallen en hij president zou worden?

 “First I’d say a prayer for myself… for the country that I’m about to lead. And then I would assemble his people and talk.”

De moderators van het debat bleven daarom terugkomen op de onervarenheid van Quayle. “Het kan gebeuren. Het is de afgelopen decennia vaker gebeurd. U moet toch wel iets van een plan hebben voor als dit gebeurt?”

Het moment – Dé oneliner

Toen Quayle voor de derde keer gevraagd werd naar zijn ervaring, raakte hij geïrriteerd. Na een lange inleiding waarin hij meerdere keren de vraag herhaalde, keek hij in recht in de camera en zei:

“I have far more experience than many others that sought the office of vice-president of this country. I have as much experience in Congress as Jack Kennedy did when he sought the presidency.”

Dit was het moment voor Bentsen! Op het moment dat Quayle de naam Kennedy uitspreekt, schudde Bentsen al met zijn hoofd. Hij keek Quayle vervolgens indringend aan en sprak langzaam en duidelijk:

“Senator, I served with Jack Kennedy. I knew Jack Kennedy. Jack Kennedy was a friend of mine. Senator, you are no Jack Kennedy!”

Quayle realiseerde zich meteen dat hij een cruciale fout gemaakt had. Zijn handen begonnen te trillen, hij slikte een paar maal en het enige wat hij kon uitbrengen was dat dit een onnodige en gemene opmerking was. Maar hierdoor kon Bentsen de definitieve knock-out uitdelen:

“You are the one that was making the comparison, senator! And I’m the one who knew him well!”

De oneliner van Bentsen sloeg in als een bom. Zelf de moderator van het debat viel uit zijn neutrale rol door de volgende vraag in te leiden met de opmerking dat Senator Bentsen iemand lijkt die op het podium geen krijgsgevangen maakt.

Nasleep – gevolgen voor Bentsen

Voor het debat werd Bentsen nog gezien als een kleurloze grijze muis. Maar na deze oneliner veranderde dat beeld compleet. Met een overweldigende meerderheid werd Bentsen tot winnaar van het debat uitgeroepen. Zijn populariteit schoot  omhoog. Op verkiezingsposters van de Democraten werd de naam Bentsen ineens prominent vermeld. Door het satirische programma Saturday Night Live werd Bentsen na dit debat geparodieerd als een oude playboy die, omringd door knappe, jonge vrouwen, keer op keer over deze zin vertelde. En toen hij eens een bijeenkomst van een vakbond bezocht, werd de muziek van Rocky afgespeeld bij zijn binnenkomst.

Maar mede omdat Dukakis zelf enkele fouten maakte in zijn debatten tegen Bush, verloren Dukakis en Bentsen de verkiezingen uiteindelijk toch ruim. Ondanks alle voorbereiding: presidentsverkiezingen win je niet door een in de voorbereiding bedachte oneliner.

Nasleep – gevolgen voor Quayle

Quayle liet zien dat je verkiezingen wel kunt verliezen door een oneliner van een ander. Quayle zou nooit meer echt van deze klap herstellen. Hoewel hij vier jaar later als vicepresident een behoorlijk goed debat voerde tegen Al Gore, bleef hij in de beeldvorming iemand die zich graag met de grote jongens vergeleek maar te licht was voor het echte werk. Hij stelde zich nog kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2000. Maar omdat hij in de eerste peiling als 8e onder de Republikeinse kandidaten eindigde trok hij zich snel weer terug.

Vertrekkend president Reagan noemde de opmerking van Bentsen een goedkope truc en een senator-onwaardig. Vier jaar later zou Reagan hier op zijn manier op terug komen. De op dat moment nog relatief jonge presidentskandidaat Bill Clinton vergeleek zichzelf met Thomas Jefferson, de derde president van de Verenigde Staten die leefde van 1743-1826.  Reagan, de oudste president ooit en nooit om een grap verlegen, kopte hem eenvoudig in:

“This fellow they have nominated claims he is the new Thomas Jefferson. Well, let me tell you something. I knew Thomas Jefferson. He was a friend of mine. And governor: you are no Thomas Jefferson!”

Meer informatie

Heb je zelf wel eens gedacht: ‘dat had ik beter niet kunnen zeggen’ of juist: ‘dát had ik toen moeten zeggen’? Een debattraining helpt om gevatter te kunnen reageren in een vergadering, een discussie of een presentatie. Neem gerust  vrijblijvend contact op om de mogelijkheden van een debattraining te verkennen. Of abonneer je op mijn nieuwsbrief en ontvang maandelijks tips, trucs en analyses. 

Share
0
Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *