iStock-882502446_small

Een regelmatig voorbijkomend fabeltje is dat de Inuit (Eskimo’s) 100, 200 of misschien wel 1000 verschillende woorden voor sneeuw hebben. Een misverstand, waarschijnlijk ontstaan in de tijd dat men zich niet realiseerde dat op het enorme grondgebied van de Inuit verschillende talen gesproken worden, die elk weer uit verschillende dialecten bestaan. Zo kom je al snel op een groot aantal verschillende woorden.

Het omgekeerde komt ook voor, dat een taal ergens geen woord voor heeft. Met een mooi woord heet dat hypocognitie. Hypocognitie wil zeggen dat je een verschijnsel niet met één woord kunt beschrijven, simpelweg omdat dat woord er niet is in je taal. Dat is dus wat anders dan een woord niet kennen, of even niet op een woord kunnen komen.

De term hypocognitie is afkomstig van de antropoloog Robert Levy (1924-2003). Levy deed ongeveer 60 jaar geleden onderzoek naar het relatief grote aantal zelfmoorden op Tahiti. Hij ontdekte dat de lokale taal geen woord kent voor  verdriet. Natuurlijk voelden de inwoners van Tahiti de emotie verdriet of leed. Maar ze hadden geen woord of concept waarmee ze die emotie konden uitdrukken. Ze zagen verdriet namelijk niet als een aparte emotie. Mensen die een dierbare verloren hadden, omschreven hun emotie als ‘ik voel me soort van ziek’ of ‘ik voel me vreemd’. En omdat er geen apart woord voor verdriet was, ontbrak het ook aan rituelen of therapie om met verdriet om te gaan. Met, volgens Levy, het grote aantal zelfmoorden tot gevolg.

Hypocognitie in politiek taalgebruik

Debaters en politici hebben soms ook moeite om in één woord of een paar woorden hun standpunt te beschrijven. In plaats daarvan hebben ze de neiging veel woorden te gebruiken. Grote kans dat hun boodschap bij het publiek daardoor niet landt.

In de jaren ’60 bedachten de Republikeinen in de Verenigde Staten dat als ergens geen woord voor is, je er een woord voor kunt bedenken. En dat als je dat slim doet,  je een woord kunt bedenken dat het publiek onbewust in jouw denkrichting stuurt. Je komt dan in het speelveld van framing. In vijf decennia zijn de Republikeinen hier meesters in geworden. Grote sommen geld zijn besteed aan denktanks om hun waarden om te zetten in ideeën, en bij deze ideeën woorden te bedenken met een voor de Republikeinen gunstige bijklank. Als je er vervolgens in slaagt om deze zelfbedachte term via de media te verspreiden en onderdeel te maken van het dagelijks taalgebruik, dan zit je gebakken.

Een mooi voorbeeld is de door de Republikeinen bedachte term tax relief (belastingverlichting), een term die geïntroduceerd werd rond de verkiezing van George W. Bush tot president. Belastingverlichting lijkt op het eerste oog een synoniem van het woord belastingverlaging, maar het woord zegt zoveel meer. Door het woord relief wordt aangegeven dat belasting een ziekte is, die pijn veroorzaakt bij de belastingbetalers. En wat doe je als je pijn hebt? Dan zoek je naar verlichting van de pijn. Dan ga je naar een dokter of de apotheek, voor een medicijn dat de pijn verlicht. En wat doe je als belasting pijn veroorzaakt? Dan stem je op een politicus die de pijn gaat verzachten. Dan stem je op een Republikein.

Framing: van waarden naar term

Door de term tax relief vertelden de Republikeinen in 2 woorden hun hele idee over belastingen. Zonder dat ze dit verder hoefden uit te leggen. Dat hoefde niet omdat de Republikeinen al lange tijd hun visie over belastingen hadden verkondigd. Dat belastingen een  last zijn, een verzoeking. Dat belasting vooral pijn veroorzaakt. Dat beeld, dat frame, was bij een groot deel van de kiezers ingezakt: het was zo vaak gehoord dat het onderdeel uit was gaan maken van het ‘gezonde verstand’. En als er dan een politicus komt die zegt dat hij de belasting gaat verlichten, dan is de conclusie direct getrokken. Sterker nog: je kunt als Democraat moeilijk tegen een relief zijn. Dan ben jij de schurk die de pijn in stand wil houden.

Omdat het de Democraten ontbrak aan een dergelijke ingezakte visie op belastingen, waren Democratische politici genoodzaakt om telkens het hele verhaal uit te leggen. Daar waar een Republikein dus maar 2 woorden nodig had, moest een Democraat zijn of haar een hele visie op belastingen uitleggen aan de kiezers. De Democraten leden aan hypocognitie!

Framing is dus meer dan het bedenken van een mooie oneliner. Framing is het bedenken van een strategie en deze op een consistente en precieze wijze uitvoeren, en dat voor langere tijd. Zodat jouw beeld onderdeel wordt van het algemene gezonde verstand. En jouw gehoor aan een enkel woord genoeg heeft.

Zelf leren framen?

Leren hoe om te gaan met frames in politiek en bestuur? Hoe je de regie in een debat kunt krijgen, of weer op kan pakken? In september organiseer ik samen met Ad de Regt Strategie & Communicatie een eendaagse flitstraining “Framing voor Politiek en Bestuur”. Hier leer je met oefeningen, voorbeelden en theorie om te gaan met het spel rond framing en reframing. Interesse? Neem direct contact op!

Nieuwsbrief

Wil je regelmatig debattips, anekdotes over historische debaters of debatten of ander debatnieuws ontvangen? Meld je dan aan voor de Nieuwsbrief.

 

 

Share
0
Comments

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *